Editie 76

September – oktober – november  // 2017

Editie 76 – inhoud:

  • Van boom tot… (Bossen, een basis voor de circulaire economie)
  • Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid na 2020
  • Landgoed in de Kijker
  • Fotorapportage Algemene Vergadering 2017
  • Monitoring en afspraken onder het Natuurdecreet
  • Gewassenbescherming, een introductie
  • Bosbouw in Vlaanderen
  • Evaluatie van het Onroerend Erfgoeddecreet
  • Fiscale gunstmaatregelen bij Natuurbeheerplannen
  • Soort in de Kijker
  • Nieuwsflash

Bijlage: Landeigenaar 76

Editie 74

Maart – April – Mei  // 2017

Editie 74 – inhoud:

  • Nieuwe pachtprijzencoëfficiënten 2017-2019
  • Uit de imPASse, en nu?
  • De nieuwe Natuurwetgeving
  • De Klimaattop, Klimaat- en Energiepact
  • Beleidsplan Ruimte Vlaanderen
  • Soort in de Kijker
  • Landgoed in de Kijker
  • Bosforum
  • Op weg naar een circulaire economie
  • Inwerkingtreding van het GLB
  • Toegang tot landbouwgrond in Europa
  • De jacht op houtkachels: weg met brandhout?
  • IPCB (Intergovernmental Platform on Climate Change)
  • Intereg voor Bos
  • Nieuwsflash
  • Save the date – Algemene Ledenvergadering 2017

Bijlage: Landeigenaar 74

Vlaamse regering heeft Europese instandhoudingsdoelstellingen en natuurdecreet definitief goedgekeurd

Op 25/04/2014 heeft het Vlaams Parlement het nieuwe Natuurdecreet goedgekeurd. Vlaams minister van Leefmilieu en Natuur Joke Schauvliege: “Dit is een reuzenstap in de bescherming van de natuur in Vlaanderen en geeft meer partners een gelijke armslag om aan natuurbeheer te doen.” Het nieuwe Natuurdecreet integreert natuur- en bosbeheer, snoeit de talloze plannen terug tot één beheerplan en stelt het beheer open voor iedere geïnteresseerde. Met dit decreet kunnen de 36 Instandhoudingsdoelstellingen (IHD) die de Vlaamse regering woensdag al goedkeurde, worden uitgevoerd. IHD’s zijn bijkomende oppervlaktes en kwalitatieve doelen voor Europees beschermde habitats en Europees beschermde diersoorten die Vlaanderen moet realiseren.

 

Het nieuwe Natuurdecreet dat de 36 instandhoudingsdoelstellingen effectief en efficiënt zal helpen realiseren, focust op het resultaat van het natuurbeheer, in de plaats van op specifieke maatregelen en wie het uitvoert. Daartoe is de regelgeving ingrijpend vereenvoudigd: de versnipperde en complexe beheerplantypes (bosbeheerplan, natuurbeheerplan, harmonisch park- en groenbeheerplan,…) met elk hun financieringssysteem zijn tot één beheerplan en één financieringssysteem teruggebracht. Bovendien worden de subsidiekanalen voor iedereen beschikbaar opengesteld onder het solidaire motto ”hetzelfde werk verdient een eenzelfde verloning”.
Vlaams minister Joke Schauvliege: “Privépersoon, terreinbeherende natuurvereniging of overheid, iedereen zal op gelijke wijze ondersteund worden. De steun wordt getoetst aan de ambitie van het ingediende geïntegreerde beheerplan dat oog moet hebben voor zowel de ecologische, de economische als de sociale functie. Dit decreet moet iedereen die op een duurzame, planmatige manier aan natuurbeheer en -behoud wil doen, aanmoedigen om mee voor de Vlaamse natuur in de bres te springen.”

Landelijk Vlaanderen is verheugd met de nieuwe situatie

De oude decreten

Het bosdecreet van 1990 werd geïnspireerd door honderd jaar multifunctioneel bosbeleid met een daarop gerichte administratie en een sterk private component. Het voerde interessante figuren in zoals beheerplan, subsidies en bosgroepen. De bossector zelf kreeg echter weinig politieke aandacht zodat de visievorming nooit werd geactiveerd, het budget miniem, de sector marginaal en de onderliggende economische functie ondergeschikt bleven.
Het natuurdecreet van 1997 werd niet evenwichtig opgevat maar wel als een figuur waarbij natuurbehoud een taak was van overheid en natuurverenigingen. Er werden overlappende planfiguren ingevoerd zoals gesubsidieerde reservaten, het VEN met voorkooprechten en de premissen van Natura 2000. De regionale landschappen werden opgericht met diverse actoren in de regelgeving aangeduid maar, eigenaardig genoeg, zonder de private landbeheerders of de bosgroepen.
Buiten de overheid was de inbreng van de actoren bipolair met natuurverenigingen en landbouw. Het effectief natuurbeheer was dit van overheid en van verenigingen met het reservaatbeheerplan en het natuurrichtplan waarin private eigenaars ook geen plaats hadden. Landbouw had de beheerovereenkomsten. Het privaat beheer bestond dus niet, wat een actieve aankooppolitiek verrechtvaardigde met uitgestrekte voorkooprechten in VEN-gebieden en rond reservaten en kwantitatieve doelen gereserveerd voor specialisten.
Met de dringende nood om het Natura 2000-beleid te activeren kwam het besef dat de medewerking van alle actoren onontbeerlijk was. Een nieuwe dynamiek initieerde de Vlaamse overleggroep en legde een kader met de intentieverklaring getekend door de minister, de administraties en de actoren. De private partners werden aangesproken, maar een lange inhaalbeweging met hermotivatie en insteek werd altijd als noodzakelijke voorwaarde gesteld om een actieve medewerking te verzekeren.
Na een overleg van enkele jaren, zijn er mooie resultaten geboekt wat betreft de voorbereidende fase van het IHD beleid. Voor de uitvoeringsfase waren grondige aanpassingen duidelijk ook nodig:
·       het combineren van bos en natuur met het aanpassen van de onderliggende filosofie.
·       het inschakelen van alle actoren, ook de private, met gelijke rechten.
·       het herijken van de regelgeving en van de instrumenten.
De landeigenaars hebben actief medegewerkt in de overleggroep en deelgenomen aan het unaniem advies van de Minaraad na een diepgaande studie. Zij hadden de ambitie aan te tonen dat zij volwaardige medespelers kunnen zijn en dat natuurbehoud een gedeelde taak is. Als neveneffect zag men dat de deelnemers elkaar beter leerden begrijpen en consensus zochten, alleszins in het IHD-verhaal. Het resultaat is het nieuw decreet dat een evenwichtig voorstel lijkt.

Het nieuwe decreet

Het eerste deel voorziet de combinatie van bos- en natuurregels en instrumenten voor het beheer inclusief door private partijen. Dit is voor hen essentieel om nu eindelijk het natuurbeleid in vertrouwen mede uit te voeren.
Het tweede deel over IHD is het resultaat van het diepgaand gezamenlijk overleg.
De regelgeving kan er wel zijn maar de politieke actoren zullen moeten zorgen voor de nodige middelen die, zoals nu wel gekend, omvangrijk zijn in een periode van besparingen. Het is een kwestie van prioriteit en van doelmatigheid.
Het derde punt is de overheveling van de bosgroepen en de regionale landschappen naar de provincies. Dit is een moeilijke overgang juist op het moment dat die actoren sterk zullen moeten ingezet worden in het IHD-verhaal.

De toekomst

Voor de toekomst is de taak duidelijk: een geslaagde uitvoering. Wat de regelgeving en de instrumenten betreffen, betekent het nieuw decreet een grote stap vooruit maar het is nog niet volledig en coherent. De inhaalbeweging bij private beheerders verschaft hen de instrumenten. De begeleidingmoet ervoor zorgen dat zij nu aangesproken, gesensibiliseerd en gevormd worden, en dit best uit eigen rangen, om met kennis en vertrouwen hun terreinen in te schakelen. Hiervoor zal het “Aanspreekpunt privaat beheer – natuur en bos” door de koepel van de bosgroepen en Landelijk Vlaanderen dienen.

https://landelijk.vlaanderen/politiekmemorandum2014

Bijlage: 20140430 natuurdecreet_0.pdf