Het decreet “grond en panden”  (vertaling in het Frans) van 27 maart 2009 bepaalt regels voor de ontwikkeling van de huisvesting (planning, monitoring, inventarisatie en activering van bouwterreinen en leegstaande gebouwen, ontwikkeling van de sociale huisvesting, huisvesting in eigen streek).

Een interessante regel voorziet in een financiële compensatie voor eigenaars (“bestemmingswijzigingscompensatie”) voor het verlies aan waarde van percelen (kapitaalschade). Deze geldt wanneer, ten gevolge van een RUP of BPA, ofwel een wijziging van bestemming “agrarisch gebied” naar “natuur”, “bos” of “overig groen”, ofwel de opname in een overdruk, ofwel het opleggen van een erfdienstbaarheid, de economische aanwending van de landbouwgrond beïnvloedt.

Daarnaast heeft een ander decreet van 27 maart 2009 een kader vastgelegd voor de “gebruikerscompensatie”. Een financiële compensatie is voorzien voor de gebruikers van percelen waarop gebruikersbeperkingen opgelegd worden als gevolg van een bestemmingswijziging in een RUP of BPA, een overdruk of een erfdienstbaarheid tot openbaar nut.

De lijst van de percelen die vatbaar zijn voor deze compensaties wordt bij het RUP-document gevoegd en de aanvragen voor compensatie worden door een provinciale commissie behandeld onder toezicht van de VLM.

Deze regeling ligt in de lijn van de “planbaten-” en “planschade-” regelingen van de Codex.

Planbaten

Bij een planbatenregeling wordt een “belasting” geheven op de meerwaarde van de grond wanneer een kadastraal perceel, door een RUP, een bestemming “wonen”, “bedrijvigheid” of ”recreatie” krijgt. De heffing bedraagt tussen 1 en 30% van de meerwaarde, progressief per schijf. Ze wordt berekend aan de hand van een aanslagbiljet en is enkel te betalen bij verkoop of bebouwing. Wie vroeger betaalt, krijgt een vermindering.

Planschade

Bij een planschaderegeling wordt een schadevergoeding gegeven indien het perceel onbebouwbaar wordt als gevolg van een herbestemming in een RUP. Die schadevergoeding bedraagt 80% van het verlies aan waarde en moet gevraagd worden aan de rechtbank van eerste aanleg (die een deskundige aanstelt), binnen de 5 jaar na de inwerkingtreding van het plan en enkel indien ofwel de grond verkocht wordt, ofwel een vergunning of een attest wordt geweigerd. Het perceel moet aan een uitgeruste weg gelegen zijn en enkel de eerste 50m vanaf die weg komen in aanmerking voor de vergoeding.