Vlaanderen heeft een grote bevolkingsdichtheid en een zeer versnipperd multifunctioneel platteland. De landbouw kent een belangrijke verbreding en het platteland is attractief voor huisvesting en recreatie. Een grote dynamiek betekent een grote druk. Een van de ministers van de Vlaamse Regering is met het plattelandsbeleid belast om een evenwicht te waarborgen tussen de levens- en huisvestingskwaliteit, de dynamische productiviteit en de levering van
openbare voorzieningen.

Concrete acties op het terrein worden samen met plaatselijke partners gevoerd volgens een ‘bottom-up’-benadering (bv. www.maandvanhetplatteland.be).
De acties zijn:

  • De assen 3 en 4 van PDPO: toerisme, basisdiensten voor de plattelandseconomie en bevolking, vernieuwing van dorpskernen, restauratie van het kleine plattelandserfgoed, intermediaire diensten.
  • De programma’s van as 4 – LEADER – houden ‘gebiedsgerichte’ benaderingen in. De verenigingen van plaatselijke actoren (‘plaatselijke groepen’) worden gestimuleerd om multisectoriële projecten te verwezenlijken. Deze betreffen ontwikkelingen en innovaties van het platteland die volgens een ‘projectenaanvraag’ worden ingediend na goedkeuring door de provinciale Kwaliteitskamer. Voorbeelden zijn: zorgnetwerken, het mooiste dorp van Vlaanderen, renovatie van klein erfgoed, educatieve projecten en projecten in verband met de derde as. Deze projecten zijn medegefinancierd door Europa, Vlaanderen, de provincies en de projectindieners zelf; begin 2011, werden 21 nieuwe projecten goedgekeurd. Prioritaire zones voor de toepassing van LEADER projecten.
  • Bijzondere plattelandsprojecten zoals de herinrichting door plaatselijke actoren van het bos ‘van de Merode’ en zijn omgeving.
  • Coördinatieacties van sectoren die met verspreide en verwarde problemen worden geconfronteerd, zoals het ‘Actieplan voor Paardenhouderij’ en de oprichting van een ‘paardenloket’. Er zijn 120.000 paarden in Vlaanderen en de paardensector wordt een wezenlijke, sterk evoluerende economische plattelandsfactor.

Een Vlaams ‘Plattelandsbeleidplan’, door de VLM uitgewerkt, bepaalt het algemeen kader van het plattelandsbeleid.

Een ‘Vlaams Ruraal Netwerk’, beheerd door de landbouwadministratie, werd opgericht om initiatieven tussen overheden en actoren te coördineren en te vergemakkelijken, om goede praktijken en informaties te verspreiden, om te sensibiliseren en om te helpen bij de plaatselijke en internationale medewerkingen.

 

Interbestuurlijk Plattelandsoverleg (IPO)

IPO is een gecentraliseerd overleg tussen vertegenwoordigers van de openbare actoren (gewest, provincies, gemeenten) en middenveldorganisaties om, op transversale wijze, te onderzoeken hoe problemen die niet onder een bijzondere sector vallen geregeld kunnen worden. Dit overleg stelt voorstellen en adviezen op om bepaalde reglementeringen te optimaliseren. De thema’s in behandeling zijn onder meer:

• het aantal woongelegenheden in plattelandslogies;
• de kwaliteit en de toegankelijkheid van diensten op het platteland;
• het recurrente onderhoud van landschappelijke- en recreatieve infrastructuren;
• het hergebruik van leegstaande gebouwen op het platteland;
• architecturale esthetica van landbouwgebouwen;
• het oneigenlijk gebruik van lokale wegen op het platteland;
• stilte en rust als gemeenschappelijke waarde;
• en de beperking van lawaaierige sporten.

Een algemeen bestuur ‘IPO’ brengt de voornaamste actoren bijeen. De logistieke steun voor deze initiatieven wordt door de VLM geleverd.

Rapporten van de werkgroepen en de voorstellen voor het beleid.