De wet op de monumenten (vertaling in het Frans) van 1976 bepaalt de regels voor de bescherming van monumenten en ‘stads- en dorpsgezichten’.

Een ‘stads- en dorpsgezicht’ is ‘een groepering van één of meer monumenten en/of onroerende goederen met omgevende bestanddelen zoals beplantingen, omheiningen, waterlopen, bruggen, wegen, straten en pleinen, die van algemeen belang is vanwege haar artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige, industrieel-archeologische of andere socioculturele waarde’.

 

Procedure van bescherming 

Iedereen kan een beschermingsaanvraag indienen. In de praktijk dient meestal het Agentschap ‘Ruimte en Erfgoed’ de voorstellen in, na een geografische of thematische inventarisatiecampagne in samenwerking met het VIOE (Vlaams Instituut voor Onroerend Erfgoed).

Het gebouw, de groep van gebouwen of de site die voorgedragen wordt moet een waarde van algemeen belang hebben zoals een artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige, industrieel-archeologische of een andere sociaal-culturele waarde.

De minister neemt (in de 12 maanden naar een voorlopige beslissing die aan de eigenaar medegedeeld wordt) de eindbeslissing over de bescherming op basis van het door het Agentschap voorbereide dossier, aangevuld met het advies van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (KCML) en bepaalt de verbonden specifieke voorschriften.

Databank van het beschermend erfgoed

 

Verplichtingen

Voor een voorlopig beschermd monument geldt een voorzorgsplicht. Een beschermd monument moet gevrijwaard worden en de beschermingsvoorschriften van het beschermingsbesluit moeten geëerbiedigd worden. Voor advies en concrete hulp kunnen erfgoedbeheerders terecht bij ‘Monumentenwacht Vlaanderen’.

De meeste ingrepen zijn vergunningsplichtig volgens de regels van de Codex. Indien de geplande werken of handelingen niet vergunningspichtig zijn, volstaat een ‘toelating’ van het Agentschap ‘Ruimte en Erfgoed’.

 

Premies

De financiële begeleiding is:

  • een premie voor het onderhoud (voor de eigenaar, de houder van zakelijke rechten of de huurder) die gelijk is aan 40% van een jaarlijks maximumbedrag van € 30.000 + btw. Voor een gebouw zonder economische waarde (Zonder Economisch Nut = ZEN), zichtbaar vanaf de openbare weg of toegankelijk, wordt de premie tot 80% verhoogd. De premie van 40% geldt ook voor de gebouwen gelegen in een ‘stads- en dorpsgezicht’ in het kader van een officieel herwaarderingsplan van de plaats;
  • een restauratiepremie, gelijk aan 40% van de restauratiekosten. Andere kosten worden niet vergoed, bv. sanitair, domotica. De premie wordt verhoogd naar 80% voor:
    • de werkende molens die toegankelijk zijn;
    • de ZEN-gebouwen die 50 dagen per jaar gedurende 10 jaar toegankelijk zijn;
    • een ‘open-monumentenvereniging’, m.a.w. een vzw, onderworpen aan strenge regels
      om bepaalde gebouwen te beheren in samenwerking met de overheid.

Voor stads- en dorpsgezichten gelden mogelijke herwaarderingsplannen
De lopende plannen