Intrekking besluit kwetsbare waardevolle bossen

De Vlaamse Regering heeft beslist tot intrekking van het besluit kwetsbare waardevolle bossen

De Vlaamse Regering heeft beslist artikel 3 van haar besluit over de voorlopige vaststelling van de ontwerpkaart met de meest kwetsbare waardevolle bossen in te trekken. Ze beslist meteen ook het op 16 mei 2017 gestarte openbaar onderzoek met betrekking tot de kaart met de meest kwetsbare waardevolle bossen stop te zetten.

Klik hier voor de ‘Nota aan de Vlaamse Regering‘ en het ‘Ontwerpbesluit betreffende de intrekking‘.

Landelijk Vlaanderen heeft de verschillende evenementen en reacties gevolgd omtrent de uitgave van de “MKWB – kaart”

Landelijk Vlaanderen stelt vast dat de betrokken regelgeving deel uitmaakt van een politiek gedreven actieplan om de meest waardevolle bossen buiten natuur-, bos- of parkgebied, die door hun huidige bestemming ruimtelijk bedreigd zouden zijn, te bestendigen.  Hiervoor had het Vlaamse Parlement sinds enige tijd in een decretale verankering voorzien en einde maart besliste de Vlaamse Regering om een voorlopige kaart voor het voorziene openbaar onderzoek vast te stellen. Hoewel het principe om de MKWB te bestendigen mits voldoende compensaties weinig of geen vragen of tegenstand opriep, heeft de recente politieke druk om zo snel mogelijk een voorlopige kaart uit te geven geleid tot belangrijke functionele problemen en daaropvolgende reacties.

Landelijk Vlaanderen heeft in de Minaraad het ontstaan van deze regelgeving mee opgevolgd en, samen met andere betrokken actoren,  advies uitgebracht voor de uitbouw van een evenwichtig voorstel, dat weliswaar bepaalt dat voor het definitief rooien van een “meest waardevolle zonevreemd bos” de toelating van de volledige Vlaamse regering nodig is (naast de machtiging  van de bevoegde minister), maar ook voorziet in een latere herbestemming in zone-eigen gebied via een RUP, met een duidelijke verplichting tot schadevergoeding. De slaagkansen van een dergelijke evenwichtige maar complexe regeling, staan of vallen echter met de modaliteiten van uitvoering en de praktische uitwerking ervan.

Landelijk Vlaanderen stelt vast dat de voorlopige kaart, die volgens de procedure ter inzage van het publiek werd voorgelegd, niet nauwkeurig genoeg was en derhalve te veel materiële fouten inhield en dat het verifiëren van de vaststellingscriteria een technische oefening uitmaakte die niet aan de verwachtingen van de burger kon voldoen. Ook de regeling over het beslist beleid, de lopende verkavelingen en de bouwprojecten was niet optimaal.
Het uitvoeringsbesluit en dus de voorlopige kaart werden ingetrokken, wat de gelegenheid geeft om deze problemen grondig te bekijken vanuit de perspectieven van rechtszekerheid en praktische uitvoering. In dit kader zal Landelijk Vlaanderen aan de evolutie van dit dossier verder meewerken.

Comments are closed.