Op
waarbij er enkel nog een herkomstgebied ‘ten noorden van Samber en Maas’ wordt aangehouden voor alle boom? en struiksoorten, zowel exoten als inheemse soorten.
Bosbouwkundig teeltmateriaal (= bosplantsoen in Vlaanderen) wordt opgekweekt uit zaad of stekmateriaal dat geoogst wordt op erkend bosbouwkundig uitgangsmateriaal. Voor zaad kan dit een haag, houtkant, bomenrij, bosrand, bosbestand, zaadtuin of zelfs individuele bomen zijn. Deze officiële bron van zaad wordt gekenmerkt door een benaming, een uniek erkenningsnummer en tevens door een geografisch herkomstgebied. De achterliggende redenering bij het herkomstgebied is dat plantsoen afkomstig van een bepaald gebied door lokale adaptatie aangepast is aan de daar heersende groeicondities en daarom bij voorkeur in datzelfde herkomstgebied aangeplant wordt. Deze lokale adaptatie zit vervat in het genetisch materiaal van de populaties pharmacie vente viagra. Zo krijgt men de beste garantie op productiviteit en vitaliteit van de nieuwe aanplantingen.
Het Vlaamse besluit (BVR) van 3 oktober 2003 over de procedure tot erkenning van bosbouwkundig uitgangsmateriaal en de vermarkting van bosbouwkundig teeltmateriaal (Anonymous, 2003) vereist heel wat wetenschappelijk onderzoek van het INBO, waaronder het afbakenen van herkomstgebieden. Deze gebieden worden gekenmerkt door uniforme ecologische groeicondities.
Alle details vindt u in het rapport:
VanderMijnsbrugge_etal_2017_AanpassingHerkomstgebiedafbakeningVoorBoomEnStruiksoortenInVlaanderen