De pachtprijs voor de huur van landbouwgronden en gebouwen is niet vrij te bepalen door de verpachter en de pachter. De wet tot ‘beperking van de pachtprijzen’ van 4 november 1969 heeft de pachtprijzen geplafonneerd. Een verpachter mag niet meer vragen dan het niet geïndexeerd kadastraal inkomen van het pachtgoed vermenigvuldigd met een coëfficiënt. De pachtcoëfficiënten worden om de drie jaar per landbouwstreek vastgelegd door provinciale
‘pachtprijzencommissies’, voorgezeten door de administratie ‘landbouw’ en waarin vertegenwoordigers van pachters en verpachters zetelen.
De huidige pachtcoëfficiënten zijn gegeven in bijlage 1.
Landbouwstreken van België.
Algemene evolutie van de pachtprijzen.