Standpunt Landelijk Vlaanderen: Een aanpassing van de pachtwet is wenselijk. De huidige contractuele pachtverhoudingen worden bilateraal tussen de eigenaar en de pachter afgesloten, naast bilaterale overeenkomsten tussen deze pachter en de overheid, in het kader van het landbouwbeleid. Aldus mist men de voordelen van een optimalisatie door het opstellen van contractuele relaties rechtstreeks tussen de drie partijen, wat vernieuwend zou zijn.
De overheid laat vaak de indruk na dat alle aangelegenheden in agrarische gebieden monosectoraal te regelen zijn met de ‘landbouwsector’, zoals trouwens de aangelegenheden in de kwetsbare gebieden geregeld moeten worden met de ‘natuursector’. Dit strookt niet met de multifunctionaliteit van de open ruimte, met de fysische verweving en met de rechten van de zakelijke rechthouders die mede-actoren zijn.
Een ‘driehoeksrelatie’ tussen de overheid, de landbouwer en de eigenaar, om complementair en in synergie deel te nemen aan het plattelandsbeleid, kan een aantal vragen van de gemeenschap beantwoorden. Want niet alleen, zoals nu, zouden de relaties tussen partijen geregeld worden langs bilaterale ‘beheerovereenkomsten’ tussen overheid en landbouwer, maar zouden zij ook contractueel – in een verbrede juridische relatie met de eigenaar die de burgerlijke rechten bezit – opgenomen worden en hierdoor samen met de pachter geregeld worden in een vernieuwd contract (bv. voor architectuur en buffering, ecosysteemdiensten, …).
Zo kan men geleidelijk het concept van ‘landbouwbeheerplan’ invoeren dat de drie partijen voor een langere periode kan binden, bv. voor periodes van 20-25 jaar (een generatie) zoals de bosbeheerplannen of de eventuele natuurbeheerplannen. Dit is langer dan de 5 jaar van de Europese overeenkomsten, dus effectiever en dicht bij de duur van lange pachten en geeft meer soepelheid voor een geïntegreerd beheer. Het figuur van een landbouwvennootschap (met beherende en stille vennoten) zou hiervoor misschien kunnen gebruikt worden.
Een aanpassing van de wet is enkel mogelijk na een regionalisatie van de bevoegdheid en de concretisering van de opening van bepaalde landbouwverenigingen om nieuwe formules te vinden (die wel rekening moeten houden met de bestaande rechten van de pachters). De discussie zou moeten gaan over het afsluiten van vrije contracten voor een beperkte duur als alternatief voor de huidige pachtregels.
Het congres van de Boerenbond van 2 december 2006 heeft de volgende resolutie gestemd: ‘Initiatieven om het pachten interessanter te maken zijn absoluut nodig. Via nieuwe wettelijke gebruiksformule, moet een win-winsituatie voor de eigenaar en de pachter ontstaan’.