Algemene plichten binnen het VEN
- Voor bossen gelegen binnen het VEN moet een uitgebreid bosbeheerplan opgesteld worden (dus volgens de criteria voor duurzaam bosbeheer). Een bestaand goedgekeurd beheerplan blijft wel van kracht wanneer het bos in het VEN terechtkomt.
- Er geldt een algemeen verbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen, uitgezonderd indien een ontheffing van bemestingnormen gegeven is.
- Het is verboden om vegetaties, meerjarige cultuurgewassen en kleine landschapselementen te wijzigen.
- De permanente graslanden (gronden waarop meer dan vier jaar onderbroken gras groeit) mogen niet omgezet worden in akkerland. De historisch permanente graslanden (de meer natuurlijke graslanden met een grote rijkdom aan planten en dieren) mogen niet gewijzigd worden.
- Het is verboden wijzigingen aan te brengen aan de waterhuishouding, maar waterlopen en bestaande drainage- en irrigatiesystemen mogen onderhouden worden.
- Het is verboden om niet-inheemse soorten aan te planten.
- Landbouwgewassen mogen geteeld worden op cultuurgronden en lanen mogen beplant worden met cultuurpopulier.
- Bosbeheerders mogen uitheemse boomsoorten gebruiken als dit opgenomen is in een goedgekeurd beheerplan.
- Het reliëf van de bodem mag niet gewijzigd worden.
- Het is verboden om de rust zodanig te verstoren dat de natuur achteruitgaat. Gemotoriseerde groepssporten en andere harde recreatieve activiteiten zijn niet toegelaten.
- Uitzetten van diersoorten in het wild is in principe verboden. Uitzonderingen kunnen enkel verleend worden mits een gunstig advies van het ANB.
- De overheid bezit een recht van voorkoop op de gronden en gebouwen.
Algemene rechten binnen het VEN
De eigenaars van onbebouwde gronden zijn vrijgesteld van successie- en schenkingsrechten en van het Vlaamse deel van de onroerende voorheffing.
De eigenaars kunnen de overheid verplichten om hun gronden en gebouwen te kopen. Deze ‘koopplicht’ geldt alleen wanneer de waarde van het goed ernstig daalt door de afbakening als VEN of wanneer de bedrijfsvoering hierdoor ernstig in het gedrang komt. De vraag tot een verplichte aankoop moet ingediend worden binnen de twee jaar na de afbakening als VEN-gebied of binnen twee jaar na de goedkeuring van het betreffende natuurrichtplan. De aankoopprijs wordt vastgesteld in overeenstemming met de vergoedingsregels voor onteigeningen van algemeen belang. Bij de prijsbepaling wordt er rekening gehouden met de waardevermindering ten gevolge van die afbakening.
Standpunt Landelijk Vlaanderen: Landelijk Vlaanderen vindt het instrument ‘koopplicht’ weinig interessant. Het dwingt de eigenaar om alle functies van de grond te verkopen terwijl een compensatie voor de ingevoerde ‘groene erfdienstbaarheid’ voldoende zou zijn. Vaak wil de eigenaar immers zijn goed behouden en verder beheren zelfs met erfdienstbaarheden (zie punt LV 34). De nu ingevoerde ‘bestemmingswijzigingscompensatie’ geeft al een antwoord.