Terreinbeherende verenigingen zijn vzw’s (ook vaak natuurverenigingen genoemd) die onder bepaalde voorwaarden erkend zijn, waaronder het feit dat zij al 9 jaar actief zijn in het beheer van ‘erkende’ reservaten.
Een gewestelijke vereniging moet ten minste 35 erkende reservaten beheren in 4 provincies voor minimum 1.000 ha. Een provinciale vereniging moet ten minste 10 reservaten beheren over verschillende arrondissementen van een provincie met minimum 500 ha. Een regionale vereniging moet ten minste 10 reservaten beheren over 5 gemeenten en minimum 175 ha.
Terreinbeherende verenigingen krijgen een subsidie voor de aankoop van terreinen voor het aanleggen, binnen de 2 jaar, van een reservaat. Deze subsidie bedraagt meestal rond de 70 à 80% van de aankoopwaarde met verschillende voeten die te vinden zijn in het Besluit van de Vlaamse Regering van 27 juni 2003 over de reservaten met een maximumprijs van 18.000 €/ha. Als voorbeeld, voor 2008, werd 505 ha gekocht door Natuurpunt aan de gemiddelde totale prijs van € 14.661, waarvan 75,4% is gesubsidieerd.
De verenigingen kunnen elk jaar een aankoopsubsidie vragen met een vijfjarige prognose. Zij zijn enkel verplicht het reservaatstatuut aan te vragen voor de gekochte gronden; als dit statuut niet verkregen is, kunnen zij de terreinen verder behouden. Zo kopen zij samen gemiddeld ongeveer 800 ha ‘natuurgebied’ per jaar.
Er bestaan nauwkeurige criteria om een erkende terreinbeherende vereniging te worden. In theorie bestaat er geen monopolie voor wie dergelijke erkenning kan krijgen, maar gezien de vooropgestelde voorwaarden is er wel een feitelijke beperking zodat particulieren niet actief zijn in het beheer van natuurreservaten.
De subsidies voor terreinbeherende verenigingen zijn onafhankelijk van de subsidiering van de milieu- en natuurverenigingen van punt 397.