De Europese Vogelrichtlijn

In 1979 werd door de Europese Gemeenschap de Richtlijn 79/409/EEG, inzake het behoud van de vogelstand, uitgevaardigd. Het doel van deze richtlijn is om de instandhouding van alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten op het Europese grondgebied van de lidstaten te bevorderen.

De belangrijkste maatregel is dat elke lidstaat speciale beschermingszones moet aanwijzen, de zogenaamde ‘vogelrichtlijngebieden’ (SBZ-V). In deze beschermde gebieden dienen maatregelen getroffen te worden voor de bescherming van de vogelsoorten en hun leefgebieden. De Vlaamse Regering heeft 24 vogelrichtlijngebieden aangeduid met een totale oppervlakte van 98.423 ha.

De Europese Habitatrichtlijn

In 1992 werd de Europese Richtlijn 92/43/EEG, inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, uitgevaardigd. Het doel van deze richtlijn is de biodiversiteit in de lidstaten te behouden en te streven naar de instandhouding en het herstel van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna die hiervan deel uitmaken.

De belangrijkste maatregel is dat elke lidstaat speciale beschermingszones moet aanwijzen, de zogenaamde ‘habitatrichtlijngebieden’ (SBZ-H). In deze beschermde gebieden dienen maatregelen getroffen te worden voor de bescherming van de planten en dieren en hun leefgebieden. De Vlaamse Regering heeft 38 habitatrichtlijngebieden aangeduid met een totale oppervlakte van 104.888 ha.