De Europese ‘Kaderrichtlijn Water’ van 2000 voorziet in een uniform kader voor de hele Europese Unie op het vlak van water. De richtlijn heeft als doel om de watervoorraden en de waterkwaliteit in Europa veilig te stellen en de gevolgen van overstromingen en perioden van droogte af te zwakken. Het decreet ‘Integraal Waterbeleid’ van 18 juli 2003 zet de richtlijn om naar de Vlaamse wetgeving. Als gevolg hiervan, heeft het Vlaamse Gewest beheerplannen uitgewerkt voor de stroom- en rivierbekkens (stroomgebiedbeheerplannen – 2010, bekkenen deelbekkenbeheerplannen – 2009).

Op basis van een inventaris van de bestaande situatie, van de knelpunten en van de voorziene evoluties worden doelstellingen en acties vastgelegd. Dewatermaatregelen, de middelen en de termijnen worden bepaald om deze doelstellingen te bereiken. Deze maatregelen hebben betrekking op de kwaliteit van het water, de binnenscheepvaart, de milieuvervuiling, de recreatie, de natuur, het wegstromen van het water, de zuivering van water en slib, enz.

Deze plannen worden opgesteld door een interbestuurlijk orgaan, de ‘Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid‘ (CIW). De CIW confronteert regelmatig haar programma’s met de verwachtingen van de sectoren (wonen, bedrijven, natuur, bos, …) binnen een centraal en een regionaal overleg.

Deze plannen leggen verplichtingen op voor de overheid en sommige regels zijn van toepassing voor de particulieren, zoals de erfdienstbaarheden voor oevers en overstromingsgebieden, de verwerving door de overheid en de regels voor het ‘behoud’ en de ‘infiltratie’ van het water.

In 2011 zullen een aantal aanpassingen aan het bestaand waterbeleid ‘van de eerste generatie’ voorgesteld worden met een langetermijnvisie, het opstellen van een groenboek, een afstemming en vereenvoudiging van de planfiguren en van de regelgeving.

De wetgeving integraal waterbeleid en kaarten.