De pachtwetgeving voorziet in een driejaarlijkse onderhandeling tussen de pachters en de verpachters om de maximale pachtprijzen vast te leggen voor de volgende drie jaren. In het verleden werden de pachtprijzen onderhandeld op provinciaal niveau. Voor de tweede maal werden de pachtprijscoëfficiënten op Vlaams niveau onderhandeld.
De delegatie van landbouwers stuurde aan op een negatieve bijsturing van de pachtprijzen. In de laatste jaren was dit immers ook al het geval geweest in Wallonië, Frankrijk (2016: 109,59; 2019: 104,76) en Nederland (periode 2017 tot en met 2019: -24%). Daarbij werd systematisch verwezen naar de dalende rentabiliteit van de landbouwbedrijven in Vlaanderen. De rentabiliteit dient volgens de wet op de maximale pachtprijzen in rekening gebracht te worden bij het vaststellen van de pachtprijscoëfficiënten. Probleem daarbij is dat de rentabiliteit een maatstaf is voor het algemeen succes van een landbouwbedrijf en niets zegt over de vruchtbaarheid van de grond.
De delegatie van eigenaars/verpachters stuurde eerder aan op een stijging van de pachtprijs waarbij rekening gehouden zou worden met de stijgende grondprijs en minimaal met de inflatiecijfers. Een negatieve pachtprijscoëfficient was daarbij uit den boze!
Samenstelling
De samenstelling en de werking van de pachtprijzencommissie wordt geregeld via een koninklijk besluit van 11 september 1989. Sinds 11 juli 2016 is de pachtwetgeving evenwel een gewestelijke bevoegdheid geworden. Er is niet langer sprake van een pachtprijzencommissie per provincie maar van een gewestelijke pachtprijzencommissie.
De pachtprijzencommissie wordt samengesteld door de minister van Landbouw en bestaat uit vijf grondeigenaars en vijf pachters. De voorzitter is een personeelslid van het Departement Landbouw en Visserij. De vijf effectieve en de vijf plaatsvervangende leden-grondeigenaars worden benoemd uit een lijst van tien kandidaten gemeenschappelijk voorgedragen door de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat en Landelijk Vlaanderen. De vijf effectieve en de vijf plaatsvervangende leden-pachters worden door de minister benoemd uit een lijst van 10 door de SALV (Strategische Adviesraad Landbouw en Visserij) voor te dragen kandidaten.
Landbouwstreken
De pachtprijzen werden in het verleden per provincie en per landbouwstreek vastgelegd. Hierdoor zijn historisch soms grote verschillen ontstaan in de pachtprijscoëfficiënten van éénzelfde landbouwstreek. Landelijk Vlaanderen was en is vragende partij om deze verschillen verder weg te werken.
Berekening van de maximale pachtprijs
De berekening van de maximale pachtprijs vertrekt vanuit het basis kadastraal inkomen of het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen. Dit is het niet-geïndexeerde kadastraal wordt vermenigvuldigd met de pachtprijscoëfficiënt:
Pachtprijsmax = KIniet_geïndexeerd x PPC
KI: Kadastraal inkomen
PPC: pachtprijscoëfficiënt
De wet voorziet eveneens dat de aldus vastgestelde maximumpachtprijs in bepaalde gevallen kan verhoogd worden:
- Voor pachtovereenkomsten, opgesteld bij authentieke akte, die voorzien in een eerste gebruiksperiode van achttien jaar, mag de maximaal toegelaten pachtprijs verhoogd worden met 36 pct. voor de gronden en met 18 pct. voor de gebouwen.
- Wanneer de eerste gebruiksperiode 21 jaar bedraagt, mag de maximum toegelaten pachtprijs verhoogd worden met 42 pct. voor de gronden en met 21 pct. voor de gebouwen.
- Wanneer de eerste gebruiksperiode 24 jaar bedraagt, mag de maximum toegelaten pachtprijs verhoogd worden met 48 pct. voor gronden en met 24 pct. voor de gebouwen.
- Wanneer de eerste gebruiksperiode 25 jaar of meer bedraagt, kan de pachtprijs verhoogd worden met 50 pct. voor de gronden en met 25 pct. voor de gebouwen.
- Na de eerste gebruiksperiode wordt de pachtprijs teruggebracht tot de maximaal toegelaten pachtprijs.
- Voor loopbaanpachten mag de maximaal toegelaten pachtprijs verhoogd worden met 50 pct. voor de gronden en met 25 pct. voor de gebouwen.
Pachtprijscoëfficiënten 2020-2022
Finaal werd door de betrokken partijen een akkoord gevonden waarbij de pachtprijscoëfficiënten nergens op een negatieve wijze worden bijgestuurd.
Voor wat de gronden betreft: waar de rentabiliteit sterk zakt werden de pachtprijzen niet aangepast, elders noteren we verhogingen tot maximaal 10,5%. Veelal blijft de verhoging evenwel beperkt. Gemiddeld over de verschillende landbouwstreken stijgen de pachtprijscoëfficiënten met 2%.
Voor wat de gebouwen betreft: de pachtprijscoëfficiënten voor de gebouwen zijn gelijk per provincie, ongeacht de landbouwregio in de provincie. Deze keer werd geopteerd om de pachtprijscoëfficiënten voor de gebouwen over geheel Vlaanderen met 2% te laten stijgen.
Dit resulteert in de volgende pachtprijscoëfficiënten (opgelet: enkel de in het Staatsblad gepubliceerde cijfers kunnen als rechtsgeldig beschouwd worden – publicatie voorzien op vrijdag 13 december 2019):
2017-2019 | Evolutie rentabiliteit | 2020-2022 | |||
Gronden | Gebouwen | Studie Departement Landbouw en Visserij | Gronden | Gebouwen | |
Antwerpen | |||||
Polders | 7,82 | 10,46 | 0,84 | 7,90 | 10,67 |
Zandstreek | 7,10 | 10,46 | 1,08 | 7,32 | 10,67 |
Kempen | 10,11 | 10,46 | 0,91 | 10,32 | 10,67 |
Vlaams-Brabant | |||||
Zand | 6,47 | 7,62 | 0,9 | 6,61 | 7,77 |
Kempen | 10,25 | 7,62 | 0,89 | 10,36 | 7,77 |
Zandleem | 5,94 | 7,62 | 0,68 | 5,94 | 7,77 |
Leem | 4,69 | 7,62 | 0,83 | 4,74 | 7,77 |
Limburg | |||||
Kempen | 9,44 | 7,63 | 0,82 | 9,54 | 7,78 |
Zandleem | 6,11 | 7,63 | 0,81 | 6,17 | 7,78 |
Leem | 4,48 | 7,63 | 1,24 | 4,72 | 7,78 |
Grasstreek | 4,49 | 7,63 | 1,24 | 4,73 | 7,78 |
Oost-Vlaanderen | |||||
Polders | 4,93 | 6,15 | 0,84 | 4,98 | 6,27 |
Zandleem | 5,08 | 6,15 | 0,77 | 5,08 | 6,27 |
Zandstreek | 5,41 | 6,15 | 0,86 | 5,47 | 6,27 |
Leem | 4,93 | 6,15 | 0,83 | 4,98 | 6,27 |
West-Vlaanderen | |||||
Duinen | 4,81 | 6,26 | 0,88 | 4,86 | 6,39 |
Polders | 4,72 | 6,26 | 0,88 | 4,77 | 6,39 |
Zandstreek | 6,37 | 6,26 | 1,47 | 7,04 | 6,39 |
Zandleem | 5,18 | 6,26 | 0,81 | 5,23 | 6,39 |
Leem | 4,77 | 6,26 | 0,75 | 4,77 | 6,39 |