De handleiding beschrijft de complexiteit en de verscheidenheid van de materies van het landbeheer en de nood aan een coherentie bij een ‘multisectorieel’ beheer van grotere eigendommen.

Landelijk Vlaanderen heef voorgesteld om het concept ‘landgoed’ te bestuderen (geïnspireerd op het Nederlandse voorbeeld waar er, verhoudingsgewijs, grotere eigendommen bestaan dan in Vlaanderen).

Een ‘landgoed’ wordt gedefinieerd als ‘een eenheid in de open ruimte met landschaps- of cultuurhistorische kwaliteiten, gekenmerkt door een coherent en geïntegreerd beheer met een combinatie van natuur-, bos-, water- of parkelementen, in voorkomend geval gecombineerd met gebouwen en landbouwelementen met een economische, ecologische of socio-culturele functie’. Het doel is:

  • het beheer van een geheel – dat nu aan de verplichtingen van talrijke sectoren gebonden is – te vereenvoudigen om een geprogrammeerd, coherent en duurzaam beheer in de tijd te waarborgen,
  • een dynamiek van een kleine plattelandsonderneming te bevorderen om een coherent gebied met verschillende functies te valoriseren, vaak als een aantrekkingplaats voor de lokale gemeenschap.

 

In Nederland is dit concept het gevolg van de ‘Natuurschoonwet’ die, dankzij een aangepast fiscaal kader, het mogelijk maakt om deze gecombineerde gehelen op onverdeelde wijze als kleine ondernemingen te behouden. Dit noemt men ‘self-supporting’ in het kader van een duurzaam beheer waarbij, bovenop de patrimoniale waarde, wordt getracht om de ecologische waarden te behouden en om een aantal economische activiteiten uit te oefenen.

De zustervereniging van Landelijk Vlaanderen in Nederland: ‘Federatie Particulier Grondbezit’ is sterk bij deze problematiek betrokken. Het geheel van haar actie is erg gelijkaardig met deze van Landelijk Vlaanderen hoewel op een veel grotere schaal. Haar website (www.grondbezit.nl) is trouwens zeer interessant wat betreft vele van de hier behandelde onderwerpen.

In Nederland wordt een volledige website aan ‘landgoederen’ en hun specificiteit
gewijd.

 

In Nederland bestaat ook het concept van ‘nieuwe landgoederen’. Een nieuw landgoed wordt gedefinieerd als: ‘een openbaar toegankelijk bos- en/of natuurcomplex met een woongebouw van allure met, in beginsel, maximaal drie wooneenheden en een minimale omvang van het nieuwe bos of natuurgebied van 5 ha’.

Dit systeem laat toe om, onder bepaalde voorwaarden, niet meer uitgebate landbouwgronden in bebouwbare percelen te herbestemmen, gepaard gaande met toegankelijke boszones. Het gaat soms over aanzienlijke projecten van herinrichting met zorg voor de landschappelijke context, de zichtbaarheid vanuit het landhuis, de toegankelijkheid en het netwerk, het ruimtegebruik, de bebouwingsratio opstal/landgoed, de scheiding openbaar/privé, de compositie en de bebouwing.

In de Provincie Gelderland zijn, in de afgelopen 8 jaar, 12 nieuwe landgoederen gerealiseerd.
Interessante evaluatie en vergelijking tussen die nieuwe landgoederen.

 

Deze mogelijkheden bestaan omdat men daar de concepten van planologische ruil ‘rood voor groen’ en ‘rood voor rood’ kent. T.t.z. het is mogelijk om planologische voordelen (bouw en dus een patrimoniaal voordeel) te verkrijgen in ruil voor een inrichting in het voordeel van de natuur of het bos; een soort compensatie ‘in natura’ voor de ecosysteemdienst. Het is eveneens mogelijk om een ontwikkelingsrecht op een bepaalde plaats in te ruilen voor een op een andere plaats. Dit concept kan tot een markt van ontwikkelingsrechten uitgebreid worden zoals die hier en daar in het buitenland bestaat en die een vrij nieuwe visie voor de ruimtelijke ordening invoert.

 

De uitwerking van het concept ‘landgoed’ is het onderwerp geweest van een studie over beheerplanning en de uitwerking van een model van geïntegreerd beheerplan, dat door het ANB verwezenlijkt werd maar enige tijd in de ijskast werd geplaatst.

Onlangs werd het concept van geïntegreerd beheer terug op tafel gelegd. Het idee is om de integratie van plannen in een horizontale visie mogelijk te maken om zodoende de samenhang van het beheer te bevorderen. Dit plan zou bv. individuele vergunningen vrijstellen, de financiële steun meer geprogrammeerd maken en de zichtbaarheid van de doelstellingen verhogen. Het gaat in de richting van multifunctionaliteit (combinatie van functies) van de verschillende percelen en gebieden wat, gezien de ruimtelijke beperkingen, noodzakelijk wordt voor het toekomstige beheer van het platteland.