Een subsidie voor bebossing en herbebossing geldt voor de beplanting, bezaaiing of natuurlijke verjonging met inheemse boomsoorten. Zij wordt niet verleend voor de herbebossing met grove den van percelen die voorheen met inheems loofhout begroeid waren en voor bebossing ter compensatie van ontbossing. Het bos mag niet gekapt of de bestemming ervan niet gewijzigd worden voor een periode van 20 jaar.
De aanvraag wordt door de beheerder of door de erkende bosgroep (voor haar leden) bij het ANB ingediend 3 maanden vóór de werken aanvangen en op elk moment voor natuurlijke verjonging.
De minimum oppervlakte per dossier bedraagt 0,5 ha. Het minimum stamtal verschilt naargelang het soort boom (meestal 2.000 per ha). De subsidie bedraagt 1.500 tot 3.200 €/ha met bijkomende subsidies voor bijmenging of onderetage (500 €/ha) of gebruik van een aanbevolen herkomst (250 €/ha).
Een subsidie voor bebossing van landbouwgronden geldt in het kader van PDPO (Programmadocument voor Plattelandsontwikkeling) (zie punt 741). De eigenaar vraagt de subsidie aan, of de eventuele pachter mits een schriftelijke toestemming van de eigenaar, bij het ANB 3 maanden vóór de aanvang van de werken. Het perceel moet 5 jaar voor de aanvraag nog als landbouwgrond gebruikt zijn en voor minstens 25 jaar bebost blijven (voor populier, 15 jaar).
Het bedrag is bepaald volgens drie factoren:
- De ‘aanplantsubsidie’ hangt af van de boomsoort en varieert van 850 €/ha voor populier tot 3.700 €/ha voor eik. Voor een onderetage is de subsidie 500 €/ha, voor een rand € 100 per 100 lopende meters en voor een aanbevolen herkomst 250 €/ha.
- De ‘jaarlijkse onderhoudssubsidie’ voor de eerste 5 jaar hangt af van de boomsoort en varieert van 175 tot 350 €/ha/jaar.
- De ‘inkomenscompensatie’ voor het verlies bij het bebossen van landbouwgrond. Een landbouwer ontvangt 665 €/ha/jaar gedurende 15 jaar; voor populier 375 €/ha/jaar gedurende 5 jaar. Een ‘niet-landbouwer’ ontvangt 150 €/ha/jaar gedurende 15 jaar en idem voor populieren gedurende 5 jaar.
In 2009 werden 43 dossiers ingediend. De totale beboste oppervlakte als gevolg van PDPO I en II bedraagt 623 ha. Voor de andere PDPO-subsidies voor bos werden 101 aanvragen ingediend voor de ‘ecologische bosfunctie’ en 63 voor ‘bebossing’.
Een subsidie voor ‘openstelling’ bedraagt 2 €/m/jaar (met een maximum van 50 €/ha). De aanvraag moet ingediend worden bij het ANB voor 1 oktober van het jaar voorafgaand aan de openstelling.
Het bos moet het hele jaar door opengesteld zijn. Om ecologische redenen kan het maximaal voor een periode van 5 maanden afgesloten worden. Om jachtredenen tijdelijk voor een periode van maximaal 30 dagen. Een speelzone kan afgebakend worden en hiervoor een subsidie van 100 €/ha/jaar verkregen worden.
Een subsidie voor de ‘ecologische functie’ geldt in het kader van een uitgebreid bosbeheerplan. Voor ‘bestanden gedomineerd door inheemse boomsoorten of erkende zaadbestanden’ is het bedrag 50 €/ha/jaar. Voor natuurbeheer in open plekken en bosnatuurdoeltypen volgens een natuurrichtplan (thans zeldzaam) wordt dit bedrag verhoogd tot 125 €/ha/jaar. Niet-inheemse soorten mogen niet aangeplant worden. De neven- en onderetage dienen voor 75% te bestaan uit inheemse soorten. Tot 10 jaar na de toekenning van de subsidie is het verboden kaalslagen van meer dan 1 ha uit te voeren. De aanvraag moet ingediend worden bij ANB voor 1 oktober van het jaar voorafgaand aan de start van de beheerswerkzaamheden.
De subsidie voor het ‘opstellen van een uitgebreid bosbeheersplan’ geldt voor bossen van meer dan 5 ha en kan slechts eenmaal om de 20 jaar verkregen worden. De aanvraag wordt ingediend bij het ANB tot 3 maanden na de goedkeuring van het beheerplan. Het opstellen van gezamenlijke beheerplannen wordt gestimuleerd indien de deelnemende boseigendommen in eenzelfde boscomplex liggen. Het bedrag varieert naargelang het aantal deelnemers (1 of 2 boseigendommen: 200 €/ha, 3 tot 10 boseigendommen: 220 €/ha en meer dan 10 boseigendommen: 250 €/ha).