Editie 86

maart – april – mei // 2020

Editie 86 – inhoud:

  • Woord van de voorzitter
  • Uit de wetstraat
  • Algemene Ledenvergadering Landelijk Vlaanderen 2020
  • Landelijk Vlaanderen vraagt vernietiging Decreet Gemeentewegen
  • De balans opmaken na de letterzetter
  • Nieuwe pachtprijscoëfficiënten 2020-2022
  • SBP’s in de praktijk
  • Wildlife Estates Label: 5 Vlaamse private natuureigenaars krijgen Europese erkenning
  • Boomgericht bosbeheer en kwaliteitshout
  • Soort in de kijker
  • PAS: Nederland is het noorden kwijt
  • Het ringen van bomen
  • Aankomende soortenbeschermingsprogramma’s
  • Gemiddelde prijstendenzen van de houtmarkt
  • Nieuwsflash

Bijlage: Landeigenaar 86

Evenwicht wildbeheer vs. bos- en natuurbeheer

Interview Sonja Vanblaere

Auteur: Jurgen Tack, algemeen directeur, Landelijk Vlaanderen & Aanspreekpunt Privaat Beheer – Natuur en Bos

Ik ontmoet Sonja Vanblaere, administrateur-generaal van het agentschap Onroerend Erfgoed in het Herman Teirlinck gebouw, het nieuwe administratieve centrum van de Vlaamse overheid in Brussel. Met haar kenmerkende enthousiasme gaan we van start voor een ongetwijfeld boeiend interview.

De Landeigenaar: Als u even terugkijkt op de fusie van de verschillende administraties betrokken bij het erfgoedbeleid. Een geslaagde operatie voor u?

Sonja Vanblaere: Ik denk het wel. Elke fusie heeft natuurlijk haar kinderziektes, zowel op organisatorisch als op bedrijfscultureel vlak. Maar het was een goede zaak, zowel voor de buitenwereld als voor het beleid om één enkele administratie voor het erfgoedbeleid te hebben. Ik was eerder leidend ambtenaar van het voormalige VIOE (nvdr: Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed, een wetenschappelijke instelling van de Vlaamse overheid die nu onderdeel is van het Agentschap Onroerend Erfgoed) en daar zag je al dat je, bijvoorbeeld met het inventariseren van erfgoed, tegen grenzen aanliepen. Het vervolgtraject, met name het beschermen, zat bij een ander agentschap. Eigenlijk hadden we binnen het VIOE een heel beperkt zicht op het geheel van het erfgoedbeleid. Ja, het is een goede zaak geweest. Absoluut! Het heeft ons de opportuniteit gegeven om met één gezicht naar buiten te komen.  Intern hebben we dan weer een veel grotere kritische massa met breed overleg tussen onderzoekers enerzijds en uitvoerders anderzijds. We zijn nu zeven jaar verder en ik moet vaststellen dat er nog steeds heel wat onontgonnen terrein is. In een veranderproces verlies je ook wel een aantal goede elementen. Je moet dus blijven investeren in de bedrijfscultuur. Het duurt toch wel even voordat je dat nieuwe gezicht gevonden hebt. Maar we zijn stilaan op kruissnelheid gekomen.

De Landeigenaar: In 2013 lag u mede aan de basis van het nieuwe onroerenderfgoeddecreet. Laat ons even een SWOT-analyse maken: wat zijn de sterktes, de zwaktes, de opportuniteiten en de gevaren van dit nieuwe erfgoeddecreet?

Sonja Vanblaere: Belangrijk in het nieuwe decreet is dat we nu eindelijk een volwaardige archeologieregelgeving hebben. Die was er voordien niet. Archeologie is nu ook volledig ingebed in de andere erfgoeddisciplines: van het landschappelijke tot het bouwkundige erfgoed. Doordat deze regelgeving helemaal nieuw was, konden we ook het gehele traject digitaliseren. Dit resulteerde in het archeologieportaal. De digitalisering van de behandeling van aanvragen voor archeologie is een absoluut paradepaardje voor het agentschap en een voorbeeld van wat met digitalisering gerealiseerd kan worden. Een tweede belangrijk sterk punt is de volwaardige plaats die de handhaving krijgt. Handhaving is het sluitstuk van het beleid. Als je niet kan ingrijpen waar erfgoed bedreigd wordt, dan heb je in de feiten een zwakke regelgeving.

In de nieuwe regelgeving staat ook ingeschreven dat er een jaarlijkse evaluatie van het erfgoedbeleid is en dat die evaluatie in de toekomst een permanent gegeven wordt. De eerste keer overviel ons dat. We hadden net de regelgeving gemaakt en we konden ze al meteen gaan evalueren. Niettemin heeft dat tot nuttige bijsturing geleid.

Naast handhaving, archeologie en evaluatie is financiering een belangrijk aandachtspunt. In de evaluatie werd opgemerkt dat de financieringsinstrumenten aan bijsturing toe zijn. Dat zal zeker een van de aandachtspunten moeten worden voor de volgende beleidsperiode. Er blijft nog heel wat werk aan de winkel.

Ook de implementatie van de FARO-conventie (nvdr: een internationale tekst met nadruk op de integrale en geïntegreerde benadering van erfgoed en op het begrip erfgoedgemeenschap: deze tekst lag mede aan de basis van het nieuwe Onroerenderfgoeddecreet) wordt een belangrijk gegeven in de volgende beleidsperiode. Regelgeving is één zaak. De beleving van dat erfgoed en participatie van erfgoedgemeenschappen, waar de FARO-conventie toch een lans voor breekt, moet nog verder uitgebouwd worden binnen het beleidsgevend kader.

Ik ben de afgelopen acht jaar heel veel met regelgeving bezig geweest. Er is heel veel veranderd. Elk jaar opnieuw zijn er belangrijke veranderingen geweest. De vraag naar een regelluwe periode is zowel bij de administratie als op het veld aanwezig. Mensen zien zich voortdurend geconfronteerd met telkens andere premieregelingen, veranderende percentages en veranderende planning. Het beheersplan was vast en zeker een pluspunt, maar een zekere regelluwte zou nu toch echt wel op zijn plaats zijn. Regelgeving is overigens slechts één aspect van het beleid. Het is weliswaar het rechtsmatig en juridisch kader, maar daarnaast moet gewerkt worden aan het draagvlak voor erfgoed en  de maatschappelijke waardering van dat erfgoed.

De Landeigenaar: Binnen Landelijk Vlaanderen streven we sterk de multifunctionaliteit van landgoederen na. Bent u het eens met deze visie?

Sonja Vanblaere: De zorg voor het onroerend erfgoed in Vlaanderen zet sterk in op de continuïteit van het gebruik. Iets dat gebruikt wordt is de beste garantie op overleven, de beste garantie dat er zorg voor gedragen wordt. Streven naar multifunctionaliteit is voor ons geen doel op zich, maar het draagt bij tot die continuïteit. Hoe meer functies je in je erfgoed aan bod kan laten komen des te groter is de garantie dat het overleeft, dat het wordt gebruikt, dat het leeft. In die zin zijn we een grote voorstander van multifunctionaliteit. Ook ontsluiting, in welke vorm ook, is voor ons belangrijk. Erfgoed met de spreekwoordelijke (en wat afgezaagde) “glazen stolp” erover is de slechtste garantie op overleven. Ontsluiting, gebruik en multifunctionaliteit zijn garanties voor het overleven van ons erfgoed. Zo kunnen we het doorgeven aan de toekomstige generaties, terwijl er toch op een hedendaagse wijze geleefd kan worden. Een belangrijke discussie daarbij is het herbestemmen van erfgoed. Daarbij kijken we zowel naar de gebouwen als naar de omgeving. Als ik kijk naar jullie sector dan is het fijn dat gebieden herbestemd kunnen worden, eerder dan historische gebouwen ‘as such’. Nieuwe functies zoek je bij voorkeur in een gebiedsvisie.

De Landeigenaar: U heeft met Landelijk Vlaanderen en Historische woonsteden een structureel overleg. Daar krijgt u vaak vragen en voorstellen hoe de overheid te verbeteren in functie van de private eigenaar. Maar laten we dat voor één keer eens omdraaien. Hoe kunnen private eigenaars u en uw administratie van dienst zijn? Wat kunnen zij beter doen om het agentschap zo maximaal mogelijk bij te staan?

Sonja Vanblaere: Dat is eerder een praktische vraag. Ik zal die dan ook zeer praktisch invullen.

Laat ik eerst toch even zeggen dat ik het goed vind dat er zo een structureel overleg plaats vindt. Het is fijn om elkaar, los van dossiers, te zien en te spreken over de principes, de context en de regelgeving van erfgoed. Het is goed dat we elkaar regelmatig zien. Het is ook een overleg dat ik graag zelf voorzit. Ik apprecieer ook dat er vanuit Landelijk Vlaanderen op niveau van de directie en de Raad van Bestuur mee aan tafel wordt gezeten. Het geeft het belang aan voor alle berokken partijen.

Maar hoe kunnen jullie ons van dienst zijn? We delen dezelfde bekommernis, namelijk dat het beschermde erfgoed in goede staat overgedragen kan worden naar de volgende generatie en dat de huidige generatie er op een goede wijze kan in leven en wonen. Het gaat hier immers niet over kerken die door een gemeenschap worden gebruikt. Het gaat hier veelal over private goederen waar mensen in leven en dat op een goede hedendaagse manier moeten kunnen doen. Dus vragen we jullie graag om, zoals elke goede huisvader, regelmatig nazicht en onderhoud van het beschermd erfgoed uit te voeren. Voor grotere sites raden wij aan om lid te worden van monumentenwacht. Zij geven toch heel wat ondersteuning in ruil voor een relatief kleine bijdrage.

Over erfgoed denken is op lange termijn denken. Vandaar de beheersplannen die een instrument zijn om dat langetermijndenken beter te ondersteunen en te structureren. We vinden het daarbij belangrijk dat men een beroep doet op deskundigen in de erfgoedzorg. Niet elke architect, niet elke aannemer heeft ervaring met erfgoed. Niet elke landschapsarchitect heeft een erfgoedreflex. Dat is belangrijk.

Voor ons is het ook van belang dat we in een vroeg stadium betrokken worden in concrete dossiers. Overleg is de beste manier om te garanderen dat we tot de beste oplossing komen. Daarvoor moet je ook tijd nemen. Tijd is een belangrijke factor.

Maar wat ik van elke eigenaar verwacht? Trots zijn op jullie eigendom, erfgoed promoten en zeker bij grotere sites het ontsluiten. Het is een goede manier om die trots ook te tonen aan de buitenwereld.

De Landeigenaar: Erfgoed in het algemeen en landschappelijk erfgoed in het bijzonder staat onder druk van vele commerciële en niet commerciële partijen die actief zijn in de open ruimte. Zo zien we in Vlaanderen steeds meer windturbines opduiken in het landschap. Compatibel met erfgoed?

Sonja Vanblaere: We zijn er ons van bewust dat het landschap een dynamisch en geen statisch gegeven is. Landschappen groeien, zijn onderhevig aan het klimaat en aan het weer. We zijn ons ook heel erg bewust van de politieke en maatschappelijke druk om dat landschap te gebruiken, bv. door het plaatsen van windturbines. Landschappen worden gevormd door de activiteiten die daarin gebeuren, door de ontwikkeling van de ruimtelijke ordening in het landschap. Wij zijn absoluut niet tegen nieuwe technologieën. We leven in 2019 en dus moeten we in dat maatschappelijk debat ook meegaan. We zijn zeker voorstanders van duurzame energie, maar we houden een pleidooi om rekening te houden met de karakteristieken van het landschap. Dat is niet altijd, maar zeker wel in een aantal gevallen, compatibel. Het is evenwel niet zo dat het een à priori ‘no pasaran’ is. Windenergie draagt ook bij aan de maatschappelijke kwaliteit en kan zelfs nieuwe kwaliteiten toevoegen aan het landschap. Zelfs in combinatie met erfgoed kan er een meerwaarde zijn. Ook hier is overleg de basis. Toen ik in de erfgoedsector van start ging werd nog de term ‘verzoenen’ gebruikt. We hebben dat werkwoord vervangen door ‘samen nadenken’. De erfgoed- en energiesector moeten samen zoeken naar passende oplossingen. Zo moeten we alternatieven kunnen vinden voor – laat ons eerlijk zijn – lelijke zonnepanelen. Daar zal ook de niet-erfgoedgebruiker mee gediend zijn.

De Landeigenaar: Hoe kijkt u vanuit de doelstellingen van het Agentschap erfgoed naar het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen?

Sonja Vanblaere: Als ik dat mag samenvatten: op een zeer positieve manier. Wij hebben ook bijgedragen aan het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV). Wij hebben van meet af aan een van onze beleidsmedewerkers daarvoor vrijgesteld. Zij participeerde onder andere in de ambtelijke werkgroep. Het was voor ons dan ook zeer belangrijk om erfgoed ten volle mee aan bod te kunnen laten komen in het beleidsplan ruimte. Dat is tot en met de politieke besluitvorming gelukt.

De maatschappij verandert. Ons klimaat verandert. Ik heb het ook nog eens in mijn nieuwjaarspeech voor de medewerkers van het agentschap bevestigd: wij kunnen niet aan de kant gaan staan ten opzichte van klimaatwijzigingen. Ik heb het liedje van Louis Neefs geciteerd: “want de wereld, die moet nog een eeuwigheid mee”. En daar moeten wij als erfgoed toe bijdragen. Zelfs vanuit een conservatieve reflex zie je dan mogelijkheden voor landschapsherstel.

We beseffen ook heel goed dat er aspecten zijn waar we van meet af aan het debat mee moeten kunnen voeren. Denk daarbij aan de verdichting en de betonstop. De druk op de open ruimte verschuift dan naar de stads- en dorpskernen. Ook hier zullen we mee moeten denken over oplossingen. Hoe kan nieuwbouw verzoend worden met erfgoed, vaak met een kleinere imprint, impact en footprint als dat van nieuwbouw. De betonstop geeft evenwel ook opportuniteiten, want hoe krijg je dat bestaand erfgoed herbestemd tot die functies die een hedendaagse stad of dorp nodig heeft. Het zet ons aan om ook over ons eigen vakgebied na te denken. Uiteindelijk zal het BRV een impuls geven aan het hergebruik van bestaand beschermd erfgoed.

De Landeigenaar: Is er nog ruimte om publiek-private krachten te bundelen?

Sonja Vanblaere: Uiteraard. Waarom zou die ruimte er niet meer zijn? Ik heb het al een paar keer gezegd: overleg, samenwerken, partnership en solidariteit blijven meer dan ooit de kernprincipes in het onroerenderfgoedbeleid. Wij kijken niet alleen naar publieke partners maar ook naar privé-initiatief. We zullen ook in de bijdrage aan de beleidsnota voor de nieuwe minister een aanbeveling doen om een stuk verantwoordelijkheid te geven aan private eigenaars en lokale besturen. Je kan vandaag niet meer zonder dat privé-initiatief. Verder samenwerken is daarbij noodzakelijk. Erfgoed is immers iets van het verleden, iets van ons allemaal dat we willen doorgeven aan de volgende generaties. Gelijktijdig is het ook vaak eigendom van een private eigenaar die daarin moet kunnen leven. Privé en publiek zitten dan ook heel goed samen bij erfgoed.

De Landeigenaar: Graag sluit ik af met een positieve noot. Jullie hebben jullie website helemaal vernieuwd. Daarbij wordt niet meer uitgegaan van de ambtelijke visie, maar vanuit het gezichtspunt van de verschillende stakeholders. Dit wordt bijzonder gesmaakt door de gebruikers, in het bijzonder door de private eigenaars.

Sonja Vanblaere: Ik vind het heel fijn dat ik dat hier zo officieel mag horen. Het is voor onze mensen ook zeer fijn geweest om aan deze website te werken. Het is de verdienste van de mensen van communicatie die werkelijk in de schoenen zijn gaan staan van de stakeholders. Ik ben er zelf ook heel trots op. Het is een van de mooiste projecten die we afgelopen jaar gemaakt hebben. Dank u voor het compliment.

Editie 82

Maart – april – mei // 2019

Editie 82 – inhoud:

  • Uit de wetstraat
  • Save the Date: Algemene Ledenvergadering Landelijk Vlaanderen 2019
  • 9 Vlaamse private natuureigenaars krijgen Europese erkenning
  • Interview met Sonja Vanblaere
  • Politiek Memorandum
  • Uitbetaling subsidies (her)bebossing
  • Landgoed in de kijker
  • Een blik op de houtmarkt
  • De adviesraden van uw gemeente
  • Bestemmingsneutraliteit: straks windmolens in bos en natuur?
  • Fijnsparbossen in crisis
  • Nieuwsflash
  • Soort in de kijker
  • Gemiddelde prijzenlijst van hout op stam
  • The poetry of the bee
  • Landelijk Vlaanderen, thuis op het platteland

Wildlife Estates Label: 9 Vlaamse private natuureigenaars krijgen Europese erkenning

Op maandag 11 februari werden in de Cercle Gaulois te Brussel, de Wildlife Estates (WE) Label uitgereikt aan 13 Belgische domeinen en 1 Duits landgoed, allen met bijzondere verdiensten voor hun particulier beheer op het vlak van ontwikkeling voor fauna en flora.

In aanwezigheid van Humberto Delgado Rosa (Directeur-generaal Leefmilieu, Europese Commissie), Konstantin Kostopoulos (CEO Wildlife Estates) en Marleen Evenepoel (Administrateur-Generaal Agentschap voor Natuur en Bos) mochten deze domeinen, waaronder 9 Vlaamse private landgoederen, het waardevolle WE Label in ontvangst nemen:

Kasteeldomein Sinnich en Domein Hoogbosch (Voeren, Limburg)

In de pittoreske Voerstreek, de enige continentale biogeografische regio in Vlaanderen, vinden we op en rond de voormalige abdijsite in de Gulpvallei het kasteeldomein van Sinnich. Samen met het naburige domein Hoogbosch en aanpalend gebied in Wallonië, worden beide domeinen als een geheel beheerd.
De domeinen bestaan uit boscomplexen met een aansluitend landschap vol hagen, houtkanten, boomgaarden en diverse waterelementen zoals poelen, vijvers en snel stromende beek van de Gulp, alsook weilanden en akkers. Het is een uniek Vlaamse gebied waar hazelmuizen nestelen, dassen in burchten slapen, grauwe klauwieren zingen en kalkrijke kamgraslanden en graften het landschap mee bepalen.
De eigenaars en hun gezin beheren de uitdagingen om natuur, landbouw, bosbouw, erfgoed en toerisme op een evenwichtige wijze te ontwikkelen. De familie herstelt en beheert dit complexe landschap reeds meerdere generaties met passie.

Kasteeldomein van Hex (Heers, Limburg)

Het Kasteel van Hex, in de gemeente Heers in Haspengouw, werd gebouwd in de 18de eeuw door graaf Karel van Velbrück, prins-bisschop van Luik. Het lusthof ging over naar zijn erfgenamen, die het met liefde en zorg onderhouden. De diverse stijl- en landschapstuinen van Hex vormen een arcadisch landschap van grote schoonheid en authenticiteit. Een van de hoogtepunten vormt de collectie oude en wilde rozen, gedeeltelijk nog de originele 18de-eeuwse struiken. De moestuin van meerder hectaren, met bijbehorende traditionele groentekelder, is nog steeds in gebruik, alsook het prachtige park in Engelse landschapsstijl.

Vandaag is Hex een toeristische trekpleister in het hart van de Limburgse fruitstreek. Tweemaal per jaar wordt er een tuin- en plantenfestival georganiseerd dat meer dan 10.000 bezoekers trekt en tot ver over de landsgrenzen bekend is.

De familie zet ook al jaren in op biologisch beheer. Compost wordt als meststof voor weiden en akkers gebruikt, en de Aberdeen Angus, runderen die vlees van hoge kwaliteit leveren, worden er geteeld. Op de landbouwgronden wordt ook ruim gebruikt gemaakt van beheerovereenkomsten van de Vlaamse Landmaatschappij voor grasvelden, grasstroken, wildakkers en houtkanten.

Het kasteeldomein telt een belangrijke oppervlakte aan Natura 2000 gebied, waarvoor gewerkt wordt aan de realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen. Het landgoed zet zich ook in voor veteraanbomen, mosseninventarisatie, vogeltelling, historische boomgaarden, hermeandering van waterlopen, dassen- en vleermuizenbiotoop en opengestelde wandelroutes. Op dit eeuwenoude jachtrevier wordt ook de weidelijke jacht bedreven.

Landgoed Schoonhove (Oostkamp, West-Vlaanderen)

Landgoed Schoonhove -met kasteel, koetshuis, hovenierswoning en oranjerie, boerderij met schuur en stallen- is gelegen te Oostkamp, dicht bij de verkeersaders en verkavelingen rond Brugge. Het landelijk karakter wordt hier zorgzaam onderhouden met een mooi park, bossen en landerijen. De familie houdt dit landgoed aan sinds de eerste helft van de 18de eeuw, wat een hele prestatie mag heten. Renovatie van gebouwen en economische landbouw dragen bij tot het onderhoud ervan. Ook de weidelijke jacht wordt er nog bedreven.

Het beheer van natuur en bos (op meer dan de helft van het landgoed) gebeurt via een uitgebreid bosbeheerplan, dat ambitieuze maatregelen voor natuurbeheer bevat. Bijzondere aandacht wordt ook besteed aan de aanleg van poelen en aan de vleermuizenpopulatie, die voor de Natura 2000 gebieden uit de streek belangrijk zijn.

Landgoed Groote Heide (Arendonk, Provincie Antwerpen)

Dit geheel van bossen, heide, vijvers en landbouwgrond is gelegen bij de Nederlandse grens in de Antwerpse Kempen. De beheerder hanteert er een stevige landelijke traditie en heeft een hart voor de jacht en de natuur. Rust is op het landgoed van grote toegevoegde waarde voor fauna en flora en hierop wordt sterk toegekeken.
Hoewel het landgoed niet in beschermd gebied ligt, verkoos de familie om toch het grootste deel van hun bossen en van de habitatwaardige natuurelementen onder natuurstreefbeeld te brengen in het kader van een natuurbeheerplan, wat een hele prestatie is voor particuliere beheerders. Het gaat hier immers om het ontwikkelen kwalitatieve natuur.
Het gebied is belangrijk omdat het zich tussen belangrijke reservaten en het Natura 2000 Turnhouts vennengebied bevindt. Voor deze habitats en soorten hebben de inspanningen van de familie dus grote waarde, want de biotopen lopen in elkaar over.
Het landgoed beoefent de weidelijke jacht en levert in het kader van het faunabeheer, bijzondere inspanningen om de opkomende everzwijnenpopulatie te beheersen. Dit wordt in de streek ten zeerste geapprecieerd.

Kasteeldomein Hemsrode (Anzegem, West-Vlaanderen)

Het landgoed en kasteel Hemsrode vormt de historische bakermat van de gemeente Anzegem en is voor een belangrijk deel in Natura 2000 gelegen. Park, vijvers, bossen en landbouwgronden vormen een harmonieus geheel van groot landschappelijk belang. De jacht is hier een historische traditie.

Onder een geïntegreerd beheerplan Natuur en Erfgoed komt meer dan de helft van het landgoed onder natuurstreefbeeld en wordt alle aandacht gegeven aan de historische gebouwen, parkelementen en dreven. De samenwerking met de bosgroep IJzer en Leie verloopt optimaal.

Hemsrode is in de streek ook een voortrekker op het vlak van sociale functie inzake beheer. Het is sterk gericht op interactie met de lokale gemeenschap doorheen heel wat activiteiten, waarvan de belangrijkste: de cross-country paardenwedloop van de Internationale Military van Waregem, die over het landgoed wordt gelopen en jaarlijks 10.000 tot 20.000 bezoekers aantrekt. Deze bezoekers krijgen dan ook een schoolvoorbeeld van gezonde multifunctionaliteit onder ogen, die ook ten dienste staat van de natuur en de biodiversiteit.

Landgoed De Zeshonderd (Arendonk, Provincie Antwerpen)

Dit belangrijk landgoed naast Landschap De Liereman gelegen, bestaat uit een wijds mozaïeklandschap, waarin landbouw, naast bosbouw, steeds een economische hoofdfunctie vervuld heeft. Het wordt echter ook gekenmerkt door een variatie aan poelen, vennen, veldbossen, houtkanten, een prachtige drevenstructuur en natuurelementen als moerasgebied. Een belangrijk deel van het landgoed is in Natura 2000 en VEN-gebied gelegen. De jacht, het faunabeheer en handhaving vormen een bijzondere bijdrage op het terrein, ook voor de beteugeling van de opkomende everzwijnenpopulatie.

Het landgoed is één van de grootste contractanten van de streek voor het aangaan van beheerovereenkomsten met de Vlaamse Landmaatschappij voor grasvelden, grasstroken, wildakkers en houtkanten. Een belangrijk deel van de natuur- en boselementen van het landgoed komt ook onder natuurstreefbeeld in het kader van een omvangrijk natuurbeheerplan.

Kasteeldomein van Huysse-Lozer (Kruisem, Oost-Vlaanderen)

De oude heerlijkheid van Huysse strekte zich uit over het huidige Kruishoutem, Lozer en Zingem. Dankzij de eeuwenlange inzet van de familie staat het kasteeldomein er nog prachtig bij en zorgt het omvangrijke Lozerbos en de bijhorende dreven voor heel wat ontspanning voor de lokale gemeenschap. Al sinds 1999 is het Lozerbos deels opengesteld, via specifieke circuits voor wandelaars, mountainbikers en ruiters. Dit privaat domein telt ook een speelzone waar kinderen zich kunnen uitleven in de natuur.

Natuur en erfgoed worden op het domein prima verzorgd, nu ook via beheerplannen. Op bijna een derde deel van het landgoed worden op vrijwillige basis natuurdoelstellingen geplaatst, voor de historische gebouwen, landschaps- en parkelementen zijn specifieke maatregelen uitgewerkt. Het duurzaam onderhoud wordt ondersteund door het verhuren van landbouwgronden en woningen, maar ook de ontwikkeling van een 4-sterren bed-and breakfast, een vakantiewoning en een fijnproeversboetiek. Een ware uitnodiging om de Vlaamse Ardennen vanuit Huysse-Lozer te komen verkennen.

Kasteeldomein van Zandbergen (Geraardsbergen, Oost-Vlaanderen)

De geschiedenis van Zandbergen en deze van het kasteeldomein lopen in elkaar over sinds de 16e eeuw. Voor vele aspecten vormt het prachtige kasteel en domein het gezicht van deze landelijke deelgemeente langs de Dender. Het strekt zich uit langs de rivier en naar het hoger gelegen Geitebos, dat veel natuurwaarde heeft en bij het landgoed hoort.

Een groot deel van het domein ligt in Ven- en N2000 Habitatgebied en om hieraan invulling te geven komt een belangrijk deel van de oppervlakte onder natuurstreefbeeld, zodat de doelen die in het natuurrichtplan voor de streek uitgezet zijn, proactief gerealiseerd kunnen worden onder beheerplan. Ook de weidelijke jacht en gediversifieerde landbouw worden op de gronden van het domein bedreven.

Om de kosten van onderhoud aan te kunnen, trekt het domein voluit de kaart van lokale geschiedenis, streektoerisme en multifunctionaliteit. Met het Hof van Lier ontwikkelde het kasteeldomein een bioboerderij, een paardenmanège, bed & breakfast, ontvangstruimten en horeca. Heel wat verenigingen en bezoekers vinden nu hun weg naar het kasteeldomein.

 Landgoed Nieuwkerk (Ravels, Provincie Antwerpen)

Het landgoed is helemaal in het noordelijke tipje van de provincie Antwerpen gelegen, op de grens met Nederland, richting Tilburg. Het telt een landhuis, park, vijvers, bossen en landbouwgrond. Het is toegankelijk via afgelijnde wandelwegen binnen een grensoverschrijdend circuit.

Hoewel het niet in een beschermd gebied gelegen is, koos de familie er toch voor om bijna een derde deel van het landgoed onder natuurstreefbeeld te brengen in het kader van een natuurbeheerplan. Bosbouwkunde is de traditie die het landgoed al generaties draagt. Het telt ook een aantal erfgoedelementen die van belang zijn voor de geschiedenis van de regio. De familie heeft verdienmodellen ontwikkeld en werkt nauw samen met de Nederlandse landgoederen juist over de grens, voor de promotie van dit deel van de Kempen.

Over het Wildlife Estates Label

Basiswaarden van het WE Label

Engagement voor het behoud van de biodiversiteit

De erkenning van het enorme belang van biodiversiteitsbehoud ligt aan de basis van de oprichting van het Wildlife Estates (WE) Label. Europese habitats worden bedreigd door fragmentatie, degradatie en vernieling. Vaak is dit te wijten aan wijzigingen in landgebruik, intensivering en het omzetten van productiesystemen, het stopzetten van traditionele beheersvormen die biodiversiteitsvriendelijker waren, ontwikkeling van infrastructuur, verstedelijking of een tekort aan ondersteuning van de plattelandsgemeenschap. Andere belangrijke problemen zijn het verlies van bestuivers, de toenemende verspreiding van invasieve soorten en de klimaatswijziging. Het is absoluut noodzakelijk om het biodiversiteitsverlies stop te zetten en onze ecosystemen in staat te stellen zich aan te passen aan de klimaatswijziging.

Dit kan alleen maar gerealiseerd worden door het vrijwillig engagement van en een intense samenwerking tussen de vele (meestal particuliere) beheerders van het buitengebied zoals landbouwers, domein-, natuur- en bosbeheerders, jagers, vissers en andere, die allen een zeer belangrijke maar vaak miskende rol vervullen voor het behoud van de Europese fauna en flora. Ze vormen de belangrijkste schakel in de realisatie van duurzame plattelandsontwikkeling.

Zorgzaam rentmeesterschap

Waar nu reeds goede resultaten voor de biodiversiteit op private landgoederen gemeten worden, is dit heel vaak te danken aan een goed afgestemd evenwicht tussen de ecologische, economische en maatschappelijke functies van het beheer. Het WE Label brengt de kwaliteit van zorgzaam rentmeesterschap ten bate van natuurbehoud aan het licht voor de buitenwereld. De landbeheerders die de principes van het WE Label onderschrijven doen dat immers op vrijwillige basis, niet omdat het door de overheid wordt opgelegd.

Het is hun gezonde behoudsgezinde houding die ook voor biodiversiteit vruchten afwerpt. Waar goede praktijken aangewend worden, die zowel oog hebben voor economische als ecologische aspecten, ‘produceren’ landeigenaars en -beheerders immers biodiversiteit, met andere woorden het natuurlijke draagvlak waarop unieke habitats en soorten kunnen gedijen. De toegevoegde waarde die hierbij geboden wordt, is enorm, ook maatschappelijk. Het WE Label wil dit kenbaar maken en de kunde die hierbij te pas komt als standaard verheffen, zodat vele landbeheerders van deze expertise kunnen genieten en zich kunnen beroepen op de manier van handelen die ermee gepaard gaat.

Doelstellingen van het WE Label

  • samenwerking van particuliere beheerders onderling en tussen de private sector, de overheid en de andere actoren van het buitengebied om gemeenschappelijk een halt toe te roepen aan het biodiversiteitsverlies;
  • promoten, toepassen en delen van best practices voor duurzaam beheer met het oog op het afleveren van een maximum aan ecosysteemdiensten;
  • verbeteren van de publieke en politieke perceptie tegenover het beheer van private domeinen en ontwikkelen van begrip voor de ecologische, economische en maatschappelijke functies die deze domeinen vervullen;
  • aanbieden van een netwerk dat het mogelijk maakt om samen initiatieven te nemen en te promoten met het oog op een goede balans tussen ecologische, economische en maatschappelijke doelen;
  • verspreiden van informatie over duurzaam management voor educatieve, beheer- en beleidsdoelen.

Wat het WE Label reeds bereikt heeft

Het Wildlife Estates (WE) Label werd in 2005 opgezet door organisaties actief in het particulier beheer van het buitengebied, met het oog op de ontwikkeling van een filosofie die de concepten van natuurbeheer en duurzaam landgebruik aan elkaar linkt. Het initiatief is sindsdien sterk gegroeid en promoot biodiversiteitsbehoud in functie van ecologische, economische en maatschappelijke prioriteiten, en dit zowel op Europees als nationaal niveau.

In oktober 2018 telde het netwerk, aanwezig in 19 Europese landen, 330 landgoederen die het WE Label verkregen hebben en dekte het in totaal meer dan 1,6 miljoen hectaren. De grootte van de deelnemende landgoederen varieert van enkele tientallen hectaren tot soms tienduizenden hectaren. Ze hebben zich allen geschaard achter de gemeenschappelijke doelstelling om hun landschappelijke, natuurlijke, culturele en sociale omgeving te behouden en te verbeteren.

 Werking

Het secretariaat van het Wildlife Estates Label is in de kantoren van de European Landowners’ Organization (ELO) gehuisvest. ELO is een vereniging van organisaties die zich voor private landeigenaars inzetten. In Vlaanderen begeleidt Landelijk Vlaanderen de kandidaten voor het bekomen van het WE Label.

Wetenschappelijk comité

De toekenning van het WE Label gebeurt onder het toeziend oog van een wetenschappelijk comité. Dit zorgt ervoor dat in de verschillende EU-lidstaten de toekenning van het WE Label op basis van een objectieve methodologie gebeurt. Het wetenschappelijk comité ondersteunt de nationale delegaties bij de toepassing van de erkenningsmethodologie. Het comité bestaat uit 7 hoog aangeschreven experten uit de verschillende biogeografische regio’s van de Europese Unie.

Hoe het WE Label verkrijgen

Voor wie?

Het WE Label is in hoofdzaak gericht op particuliere beheerders. Er zijn geen beperkingen op het vlak van grootte, ligging of uitgevoerde activiteiten. De enige vereiste is dat het landgoed of terrein beheerd wordt vanuit een centrale duurzame visie.

Waarom?

Deelname aan het WE Label gebeurt op vrijwillige basis door landeigenaars en -beheerders om te werken aan duurzaam beheer, behoud en ontwikkeling van fauna en flora, vanuit hun eigen geïntegreerde visie over ecologische, economische en maatschappelijke functies. Wildlife Estates communiceert regelmatig over best practices en optimale beheertechnieken die door de leden ontwikkeld en toegepast worden. Het informeert ook het grote publiek over het belang van landgoederen op ecologisch, economisch en sociaal vlak.

Deelname aan het WE Label gebeurt op vrijwillige basis door landeigenaars en -beheerders om te werken aan duurzaam beheer, behoud en ontwikkeling van fauna en flora, vanuit hun eigen geïntegreerde visie over ecologische, economische en maatschappelijke functies. Wildlife Estates communiceert regelmatig over best practices en optimale beheertechnieken die door de leden ontwikkeld en toegepast worden. Het informeert ook het grote publiek over het belang van landgoederen op ecologisch, economisch en sociaal vlak.

Foto: Jurgen Tack (Algemeen Directeur APB-NB) en Alec van Havre (bestuurder Landelijk Vlaanderen). Bron: Nicolas Peeters

Editie 81

December – januari – februari // 2019

Editie 81 – inhoud:

  • Nederlandse particuliere grondbezitters winnen procedure bij de Europese rechter over staatssteun
  • Bevers in je bos: een uitdaging om je tanden in te zetten
  • De stijgende prijs van landbouwgrond
  • Grootste Vlaamse prijs voor privaat beheer: kandidaten gezocht (M/V)
  • ‘Boom van het Jaar 2018’ toegekend
  • Financieringsmogelijkheden (her)bebossing en aanplant van bomen
  • Pierre Crahay
  • Landgoed in de kijker
  • Aandachtspunten bij de opmaak van uw natuurbeheerplan
  • Verstandig aan de slag in uw natuurbeheer
  • Erfgoedbeheer in de praktijk
  • Soort in de kijker
  • Een wolvenplan voor Vlaanderen
  • Nieuwsflash