Rol voor private eigenaars bij bosuitbreiding in Vlaanderen

Bossen in Vlaanderen zijn een waardevol goed en verdienen onze permanente aandacht. Vanuit het Aanspreekpunt Privaat Beheer Natuur en Bos (APB-NB) die Landelijk Vlaanderen, vereniging voor land-, bos- en natuureigenaars in Vlaanderen en de Koepel van Vlaamse Bosgroepen verenigt, dragen wij graag bij aan het grote belang van bos voor de Vlaamse samenleving. Zowel naar ecologie als economie moeten allen die bij bos en bosbeheer in Vlaanderen zijn betrokken, hun verantwoordelijkheid opnemen. Het gaat hierbij zowel over de Vlaamse overheid, openbare eigenaars, private eigenaars, beheerders en bosgebruikers.

Een private eigenaar is per definitie een investeerder in het platteland. Dit kan bos, landbouwgrond, erfgoed of natuur zijn. Men kan een investeerder niet verwijten om ook een economische factor in acht te nemen, naast zijn liefde voor de natuur. Wie kan verweten worden om het bestaande instrumentarium zo goed mogelijk te benutten. De natuurverenigingen doen dit al jaren door op de meest efficiënt mogelijke manier van de subsidiepot te leven.

Een andere realiteit die mag gezegd worden is dat natuurverenigingen de grootste ontbosser zijn in Vlaanderen, zonder verplichte compensatie.

Vorige week hield het Vlaams Parlement een hoorzitting over de ‘boswijzer’, een van de instrumenten in Vlaanderen die, op geautomatiseerde wijze, een inschatting maakt van de grootte van het Vlaamse bosareaal. In het verleden hebben meerdere organisaties en wetenschappers zich uitgesproken over de voor- en nadelen van dit instrument.

Voor de private beheerders is de discussie over hoe het bosareaal verder uit te breiden veel belangrijker dan het jaarlijkse gehakketak over hoe we dat bosareaal willen meten. Het wordt tijd dat politici de juiste prioriteiten gaan stellen. In het belang van eenieder moet het bosareaal in Vlaanderen worden vergroot. Enkel dan kunnen we het hoofd bieden aan grote maatschappelijke uitdagingen van de toekomst zoals ook in de Visie voor Bos en Samenleving opgenomen.

De talrijke aanvallen vanuit natuurverenigingen en oppositiepartijen op het beleid van minister Schauvliege en de haar ondersteunende administratie dragen daarbij niet bij tot de oplossing. De Vlaamse bossen zijn gebaat aan constructief overleg in plaats van een heksenjacht.

Landelijk Vlaanderen en de Koepel van Vlaamse Bosgroepen wijzen op het belang van bosuitbreiding die trouwens al lang een gekwantificeerde beleidsopgave is geworden.  Wanneer hierop voldoende, en met de juiste prioriteiten, wordt ingezet is een exacte weergave, op de vierkante meter na, van het actueel bosareaal van ondergeschikt belang.

Op dit eigenste moment wachten potentiële bebossers op de mogelijkheid om te bebossen. Enerzijds wachten zij tot elders wordt ontbost, zodat zij, via boscompensatie in natura, voldoende worden gecompenseerd voor het financieel kapitaalverlies bij hun bebossing. Dit is dan nog geen bosuitbreiding. Anderzijds zijn er geen stimulansen voor bosuitbreiding en er zijn zelfs een aantal obstakels die actieve bosuitbreiding tegenhouden.

Deze obstakels zien wij onder andere in:

  1. Het feit dat boseigenaars gedurende verschillende jaren moeten wachten om de reguliere bebossingssubsidies, waar zij recht op hebben, uitbetaald te krijgen omwille van ‘andere zogenaamde meer dringende prioriteiten. Dit heeft zeer nadelige effecten op de bereidwilligheid van de private beheerder om dan verder te bebossen. 
  2. Vandaag kunnen geïnteresseerden subsidies krijgen om terreinen aan te kopen met het oog op bebossing. Heel wat private eigenaars zijn echter bereid om gronden, die reeds in hun bezit zijn, voor bebossing aan te wenden. Dit kan echter enkel onder de voorwaarde dat zij gecompenseerd worden voor het permanente waardeverlies van de grond dat ontstaat gezien het verbod op latere ontbossing of de compensatieplicht. 
  3. Dezelfde randvoorwaarden kunnen weliswaar gelden in beide vorige gevallen maar een vergoeding voor erfdienstbaarheid (die in de instrumentenkoffer van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) zelfs theoretisch is voorzien) is een goedkopere oplossing voor de Vlaamse Overheid daar die vergoeding lager kan zijn dan de aankoopsubsidie. Voor hetzelfde bedrag kunnen zo dus meerdere bebossingen worden gerealiseerd. Toch wordt op deze vraag van de private eigenaars niet ingegaan. Honderden privé hectaren zijn momenteel hierop aan het wachten.Ter illustratie

    : Als een vader een bos wil aanplanten krijgt hij niets voor het waardeverlies of kapitaalkost. De zoon of dochter kan hetzelfde terrein met subsidie van het compensatiefonds kopen om de investering te dekken en dat is uiteraard duurder voor de gemeenschap. 

  4. De voorwaarde in de huidige regelgeving is dat een terrein in landbouwgebruik moet zijn op het moment van het maken van een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) om de voorziene kapitaalschade te krijgen bij herbestemming naar groen. Dit belet eigenaars hun geschikte en vrije terreinen te bebossen zolang er geen RUP is, en misschien komt die nooit. 
  5. Bebossers die kochten met geld van het compensatiefonds hebben nog geen bos. Voor de aanplant zelf moeten zij zich richten tot de reguliere aanplantsubsidies. Wat de financiering betreft vallen zij dan in concurrentie met de herbebossers die handelen in het kader van het regulier bosbeheer dat gefinancierd is door de PDPO-fondsen (Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling) met een gesloten omslag. Het is niet normaal dat die schaarse middelen van PDPO, voorzien voor de reguliere herbebossing, ook moeten dienen voor de financiering van compensatiebebossingen. Deze moeten uit de middelen van het compensatiefonds komen. 
  6. En dan zijn er ook belemmeringen vanuit de pachtwet waar volgens de pachtregeling nu noch de verpachter noch de vrij pachter mag bebossen en er hieromtrent geen specifieke regeling voorzien is voor bosgebieden. Verkeerdelijk worden nu de aansporingen voor het bebossen van landbouwgronden gegeven aan de landbouwers/pachters. Maar het is niet de taak van landbouwers om bos aan te planten, zij moeten voorzien in voedsel. Het is de eigenaar van de gronden die aangespoord moet worden want hij alleen is bevoegd om dit te doen. Wij denken bv. aan eigenaars van gronden in de geschikte gebieden met uitbollende pachters. Hieraan wordt echter in de regelgeving en het beleid geen aandacht gegeven.

Dit zijn enkele van de knelpunten die in de weg staan van de bosuitbreiding door particuliere beheerders. Ze zijn zeer gemakkelijk op te lossen indien aandacht wordt gegeven aan de juiste prioriteiten, zowel vanuit de huidige politiek, als vanuit de andere middenveldorganisaties. Particuliere beheerders willen immers zeer graag meer bos aanplanten in Vlaanderen.

Dit persbericht is geschreven als reactie op een artikel verschenen op dinsdag 5 december 2017 op de voorpagina van De Standaard en op de website van De Standaard

Over Landelijk Vlaanderen

Landelijk Vlaanderen is een belangenorganisatie die ijvert voor de bevordering van het ondernemerschap van de landeigenaar-en beheerder op het Vlaamse platteland.
Landelijk Vlaanderen ondersteunt de privé landbeheerder, die een belangrijke sleutel vormt in het dynamische en aantrekkelijke platteland in het sterk verstedelijkt Vlaanderen.

Landelijk Vlaanderen is een spreekbuis voor de private landbeheerders. Deze groep kan geschat worden op ruim 200.000 eigenaars en 650.000 hectare grond.

https://landelijk.vlaanderen

Over De Koepel van de Vlaamse Bosgroepen

De Vlaamse bosgroepen zijn dé referentie voor privé-bos: het zijn vzw’s die de private boseigenaars ondersteunen bij het beheer van hun bos. Elke boseigenaar kan gratis en vrijblijvend aansluiten bij de bosgroepen. Hij of zij krijgt er advies, informatie en hulp bij de bosadministratie. Daarnaast coördineren de bosgroepen ook de beheerwerken en organiseren ze opleidingen en excursies. Op die manier streven ze naar duurzaam bosbeheer in Vlaanderen met gezonde bossen, meer en betere natuur, recreatie en houtproductie.

http://bosgroepen.be

Over het Aanspreekpunt Privaatbeheer Natuur en Bos

Het Aanspreekpunt Privaat Beheer – Natuur en Bos (APB-NB) is in 2014 opgericht door de Koepel der Vlaamse Bosgroepen en Landelijk Vlaanderen. Het APB-NB heeft als doel om voor de private beheerders de rol op te nemen van efficiënt en georganiseerd doorgeefluik bij het vormgeven van in hoofdzaak de Europese natuurdoelen. Het APB-NB zorgt voor de informatievoorziening in twee richtingen tussen de overheid en private terreinbeheerders. Het APB-NB voorziet daarin een dienstverlening op maat voor de private terreinbeheerder. Het APB-NB staat verder in voor beleidsontwikkeling, advies, communicatie, onderzoek, begeleiding en voorlichting.

http://www.privaatbeheer.be

2 reacties

  1. Van Brusselen Odette

    Buiten aanpassing van de pachtwetgeving, zou het ook wenselijk zijn dat er werk gemaakt wordt van de toegankelijkheid tot de landbouwgronden. Vooral deze die zich bevinden achter woonzones. Een perceel met een uitweg Van 3m is onbruikbaar voor de huidige, logge landbouwmachines, met verwaarlozing en braakliggende percelen tot gevolg. Het onderhoud van voet- en holle wegen onder toezicht van de gemeente, laat ook te wensen over, zodat volgens de atlas der buurtwegen en het gewestplan aanpalende precelen, (zelfs volgens het grondplan van het pereel) niet meer bereikbaar zijn via deze openbare weg.
    Ook dit is een problematiek waarvoor de wetgeving achterop loopt op de huidige evolutie van het landbouwgebeuren.
    Voor meer gedetailleerde informatie over de schrijnende situatie van een toch landschappelijk waardevol agrarisch gebied, dat dan uiteindelijk ook nog herbevestigd lijkt kan u mij, indien gewenst, steeds contacteren via bovenstaand e-mailadres.

  2. Goris paul

    Een 18j ben ik beheerder van 1h hooiland ,door stoot begrazing met 2 paarden,nu wordt er een deel 11a, verkocht als landbouwgrond, omdat de bouwvergunning is vernietigd,ik als imker wil dat ongerepte perceel in geheel duurzaam behouden ,en meer drachtplanten voorzien,kan ik steun krijgen en waar moet ik zijn.

    Groetjes Paul